“Ik neem graag dat project van je over, maar ik heb geen ruimte in mijn agenda.”
“Het zou fijn zijn als Lisa nog even naar dat rapport kan kijken, maar dat kan ze er nu niet bij hebben.”
“Hugo doet het goed teamleider als teamleider, maar hij is niet vaak op kantoor.”
“Ja ik ben punctueel, maar de andere collega’s gaan vrij met deadlines om.”
Het zijn allemaal uitspraken, die we in Leve het team hadden kunnen schrijven. In Leve het team volgen we Hugo, die met zijn team een aanbesteding wil winnen. Zoals in alle teams hoor je ook in dit team regelmatig een ja-maar.
Thuis hoor ik ze ook regelmatig van mijn kinderen. “Ja, maar zij had ook een keer een hele zak chips leeggegeten.” of “Ja, nog éven dit spelletje afmaken.”
Dé meestvoorkomende manier om meningsverschillen in te brengen
Een van de moeilijkheden van ja-maar is dat het niet altijd letterlijk uit ‘ja’ en ‘maar’ bestaat. Je hoort de tegenstrijdigheid wel in bijvoorbeeld ‘ja, én…’ of ‘ik zie je punt, toch…’.
Ja-maars’ concurreren door gelijktijdig tegenstrijdige informatie in te brengen:
een symbolische overeenkomst (de ja), plus een ander standpunt (de maar). We zeggen dan eigenlijk ja en nee tegelijkertijd.
Als ontvanger heb je alleen oor voor de nee. Mensen zijn namelijk van nature waakzamer voor verschillen dan voor overeenkomsten.
In Leve het team zeggen we dat het is alsof radio’s naar elkaar staan te zenden. Na een ja-maar vindt geen informatie-uitwisseling meer plaats. Alle zenders staan aan, alle ontvangers zijn dicht. Het gesprek wordt doorgaans problematisch omdat je eigen reactie ook een ja-maar is. En dus raak je verzeild in een discussie, die op een competitie lijkt waar geen einde aankomt.
De groepsdynamiek kidnapt op dat moment productiviteit en werkklimaat. Want de ander luistert niet, net als jij ook niet luistert. Niemand voelt zich gehoord en van samenwerken is geen sprake.
Want Ja-maar …
– sluit grenzen voor nieuwe informatie en houdt dus verschillen buiten
– zorgt voor stress
– roept in het team vaak een patroon op van wederzijds ‘ja-maren’, wat niet helpt om het doel van het team te bereiken
– vermindert het vermogen van een team om besluiten te nemen op basis van veelzijdige informatie.
Omdat je zowel meebeweegt (‘ja’) als tegenbeweegt (‘maar’) is er ruis; tegenstrijdigheid. En zoals bij alle vormen van ruis, geldt bovenstaand rijtje.
Maar (!) meningsverschillen zijn nuttig
Verschillen zijn een belangrijke bron voor een team. Diversiteit doet er juist toe. De clou is dat je zelf begint met actief luisteren naar de ander terwijl je je eigen ja-maar nog bij je probeert te houden. Je kunt namelijk alleen zelf de verandering inzetten en het patroon doorbreken.
Makkelijk gezegd; je eigen ja-maar bij je houden. In ja-maar discussies zit vaak veel energie en dan is het moeilijk om te stoppen en te gaan luisteren.
Reageren op een ja-maar
In Leve het Team en in SAVI® workshops leer je hoe je het gesprek kunt ombuigen als de ja-maar om de hoek komt (en die komt onherroepelijk een keer langs). Het effect van het ombuigen is dat je als team veel beter leert om informatie te verzamelen in plaats van de groepsdynamiek te laten regeren.
Je eerste reactie zal zijn op te reageren met nog een ja-maar en dat zal je gesprekspartner vervolgens ook doen. Je kunt de communicatie van je gesprekspartner alleen veranderen door eerst zelf te veranderen. Slik je ‘maar’ dus nog even in en wordt nieuwsgierig naar de ander en de ‘ja’ in jezelf voordat je vraagt of de ander ook nieuwsgierig is naar een ander perspectief.
Een goed gesprek voer je samen!